Er zijn diverse normen, wetten en regels met betrekking op noodverlichting. Eén van deze is het bouwbesluit. Hierin wordt bepaalt hoe de noodverlichting in uw gebouw geregeld moet zijn. Het bouwbesluit eist bovendien dat de noodverlichting jaarlijks onderhouden wordt. Dit wordt tevens geëist in het Arbobesluit.
NEN 6088:2002 en NEN-EN-ISO 7010:2012: gaan allebei over vluchtwegaanduidingen.
Deze norm bepaalt welke pictogrammen u moet hebben.
NEN 1010 en NEN-EN 1838: is de norm voor verlichtingstechniek – noodverlichting.
Noodverlichting die alleen aan gaat bij stroomuitval wordt door ons getest, maar hoeft niet jaarlijks vervangen te worden.
De lampen van vluchtweg-verlichting moeten wel jaarlijks vervangen worden.
Deze branden continu, dus de maximale levensduur wordt sneller bereikt.
Daardoor is het vrijwel zeker dat de lamp tijdens het tweede jaar kapot gaat.
Jaarlijks vervangen, ook als de lamp het nog doet, voorkomt dus onveilige situaties.
Vluchtwegen moeten bij stroomuitval minimaal een uur lang met minimaal 1 Lux worden verlicht. Accu’s verliezen na verloop van tijd hun capaciteit: fabrikanten stellen de maximale levensduur op 4 jaar. Daarna werkt de accu nog wel, maar nooit lang genoeg met voldoende lichtopbrengst. Alleen door de accu in het vijfde jaar te vervangen, voldoet u dus aan de regels.
De woorden ‘nooduitgang’‚ ‘uit’ en ‘exit’ zijn niet meer toegestaan volgens de NEN 6088:2002 en NEN-EN-ISO 7010:2012. Door eenduidige pictogrammen (het ‘rennende’ mannetje) zijn vluchtwegen voor iedereen herkenbaar. U bent daartoe vrijwel altijd verplicht, zoals omschreven in het Bouwbesluit 2012.
Bij calamiteiten vallen soms onnodig slachtoffers, doordat de nooduitgangen niet tijdig worden bereikt. Wat bij daglicht een makkelijke route lijkt, wordt bij stroomuitval of rookontwikkeling een regelrecht doolhof. Zeker als mensen niet dagelijks in uw gebouw aanwezig zijn.
In geval van nood moet iedereen uw gebouw snel en veilig kunnen verlaten. Daarom moet, net als brandblussers en brandslanghaspels, de noodverlichting in uw gebouw periodiek worden gecontroleerd.
Bij calamiteiten kijken zowel de gemeente als door verzekeraars bovendien of u wel aan uw verplichtingen heeft voldaan. Is dit niet het geval dan vervalt de dekking, met alle financiële gevolgen van dien.