In de projecteringsnorm NEN 4001:2006 staan eenduidige richtlijnen voor het bepalen van het aantal, het type en de locaties van blusmiddelen. Sinds deze norm, is er een einde gekomen aan de vele tegenstrijdige adviezen die instanties, ieder vanuit hun eigen oogpunt, vaak afgaven.
Als gecertificeerd bedrijf toetst LBB uw (brand)veiligheid aan de NEN 4001 en adviseert u hierin. Desgewenst kan één van onze projecteringsdeskundigen een volledige projectering volgens de NEN 4001 voor u verzorgen.
Daarbij wordt gebruikt gemaakt van een aantal criteria:
In artikel 6.31: voor zover onvoldoende brandslanghaspels aanwezig zijn om een beginnende brand adequaat te bestrijden moeten er voldoende draagbare of verrijdbare blustoestellen aanwezig zijn. Of er voldoende brandslanghaspels aanwezig zijn kan zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw worden beoordeeld aan de hand van het nieuwbouwvoorschrift van artikel 6.28. Hoewel dat artikel niet voor bestaande bouw geldt, kan aan de hand van dat artikel wel goed worden vastgesteld of in een bestaand gebouw, zonder de aanwezigheid van mobiele blustoestellen, voldoende brandblusmiddelen aanwezig zijn. Andere blusmiddelen kunnen nodig zijn als er als gevolg van het gebruik van een gebouw een situatie kan ontstaan waarbij water als blusmiddel ontoereikend of gevaarlijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een kans op een vloeistofbrand of bij hoge elektrische spanningen.
Verzekeringen kunnen aanvullende voorwaarden stellen voor brandblusmiddelen. Mogelijkerwijs ook voor controle van brandblusmiddelen. Het is aan te raden de polis van uw verzekering hier goed op na te lezen. Vaak eist de verzekeringmaatschappij een onderhoudscontract bij een bedrijf dat is erkend door de Regeling voor de Erkenning van Onderhoudsbedrijven kleine Blusmiddelen ( REOB ).